De Kinderen

In 't donker, in collone,
Schuiven schimmen door de sterrennacht.
Noodgedwongen, moeten vluchten,
Zonder te weten, wat er op hen wacht.

Oorlog, honger, sporen van verdriet
Zoveel mensen die zijn verloren
Is er nog iemand die hen ziet?

En zij hebben er niet om gevraagd.
Zij weten nog niet eens van het kwaad.
Zij hebben dit niet gewild,
De kinderen, de kinderen.

Door het donker, in den vreemde,
Hopend op een hand die naar hen reikt.
'N enkel tasje met nog wat kleren,
Lijkt haast alles wat er overblijft.

En nu ze hier zijn na zoveel weken,
Vol van angst ontberingen en pijn,
Is het aan ons om ons af te vragen,
Waar we staan en wie we willen zijn.

Als het gaat om
Oorlog, honger, sporen van verdriet.
Als het gaat om mensen die zijn verloren,
Is er dan iemand die hen ziet?

En zij hebben er niet om gevraagd.
Ze weten nog niet eens van het kwaad.
Zij hebben dit nooit nee nooit gewild,/verdiend
De kinderen, de kinderen.

Edwin Schimscheimer
© Sundry Media 2025