Liefde is een bloem die opengaat
Een oude vriend die plotseling voor je staat
Dat wat je raakt in een gedicht
T’is de lentezon op jouw gezicht
Liefde is jouw armen om me heen
Terwijl je zachtjes zegt
Je bent mijn nummer één
Je met je ogen naar me lacht
En bij me blijft, de hele nacht.
Toe wees maar stil, er komt een tijd
Dan zijn wij van die oude pijn bevrijd
Dan zijn wij tweeën samen één
Één voor altijd, een en al. Al-één.
Liefde is de blijdschap van een kind
T’is de merel gedragen door de wind
‘T is mijn vuur dat eeuwig voor je brandt
En keer op keer, naar jou verlangt.
Toe wees maar stil, er komt een tijd
Dan zijn wij van die oude pijn bevrijd
Dan zijn wij tweeën samen één
Één voor altijd, een en al al-één.
Dan zijn wij tweeën samen één
Één voor altijd, een en al al-één
Één voor altijd, een en al al-één.
